Stap 4. ACTIVEER
Shame Sexting is een groepsproces waarin iedereen betrokken is. Dat geldt in eerste instantie voor iedereen die de naaktfoto of -film ontvangen heeft. Maar ook voor iedereen (zowel leerlingen als docenten) die de foto niet ontvangen of gezien heeft, maar wel van de verspreiding op de hoogte is. Zij zijn allemaal ‘omstander’ geworden en hebben daarmee een belangrijk aandeel in het proces. Zij staan immers voor een aantal keuzes die van invloed zijn:
- de foto verwijderen of verspreiden?
- het slachtoffer steunen of veroordelen?
- hulp inschakelen of niets doen?
Lang niet iedereen is zich bewust van zijn bijdrage in het groepsproces en wat het gevolg van iedere keuze is. Ook niets doen is van grote invloed. Niet alleen voor de sociale veiligheid van de leerling wiens naaktfoto rondgaat, maar voor iedere leerling op school. Je kunt als school niet niets doen.
1. Verzoek dringend tot verwijderen van foto/filmpje
Als een foto op de hele school rondgaat, in alle klassen en/of jaarlagen, dan is het te overwegen om leerlingen te verzamelen in de aula en door directie toe te spreken met de oproep om de beelden ter plekke te verwijderen. Het is uiteraard geen harde garantie dat alle leerlingen de foto ook daadwerkelijk verwijderen. Maar de insteek is vooral om leerlingen bewust te maken van hun eigen gedrag en een stevig signaal af te geven dat de verspreiding van de naaktfoto onacceptabel is. Wat je daarmee ook bereikt is dat leerlingen zien dat je als school staat voor een veilige school en ingrijpt wanneer dat nodig is. Met de aanwezigheid van de wijkagent kun je extra gewicht aan de bijeenkomst geven. De wijkagent kan bovendien onderstrepen dat de verspreiding van naaktfoto’s ook voor de politie onacceptabel is, zelfs strafbaar is en dat dit zeer serieus genomen wordt.
Als de foto beperkt verspreid is en de onrust minimaal, dan is een grote bijeenkomst niet nodig. Dan zou het zelfs een averechts effect kunnen hebben omdat leerlingen die er nog niet van gehoord hadden nieuwsgierig worden naar de foto. Je kunt dit dan beperken tot betrokken klassen.
2. Aan de slag in de klas van het slachtoffer
Shame Sexting kun je vergelijken met pesten. Het brengt voor de hele groep onveiligheid.
Alle leerlingen zien hoe heftig een groep zich tegen één iemand keert en zien waarschijnlijk ook dat er niemand is die je dan steunt (of soms een enkeling). Het creëert en versterkt een negatief groepsproces; zolang je meedoet aan uitsluiten en beoordelen, ben je niet het slachtoffer. Dat is lastig te doorbreken voor leerlingen in dat groepsproces. Zij hopen vaak op een actie van school. Als deze uitblijft, vergroot dat sociale onveiligheid nog eens extra (‘Stel dat ik ooit in de problemen kom, hoef ik dus niet op school te rekenen’).
Het doorbreken van het negatieve groepsproces begint met het stevige signaal dat wat er aan de hand is, onacceptabel is en dat beelden verwijderd moeten worden. Daarnaast is het belangrijk om het gesprek te voeren over de situatie met het doel empathie te creëren en reflectie te stimuleren. De foto is in vertrouwen voor iemand gemaakt en die heeft dat vertrouwen geschonden. Waarom oordelen we zo hard? Welke rol hebben we zelf in deze situatie? Iedereen heeft een aandeel in deze situatie door de keuze die je hebt gemaakt:
- de foto verwijderd of verspreid?
- het slachtoffer gesteund, veroordeeld of genegeerd?
- hulp ingeschakeld of niets gedaan?
Het is de uitdaging om de groepsdynamiek positief te krijgen. Je kunt met de klas bedenken hoe zij het slachtoffer kunnen steunen (individueel en als groep) en daar gerichte afspraken over maken. Het is een idee om een aantal buddy’s te benoemen die letterlijk en figuurlijk naast het slachtoffer gaan staan. Zo staat het slachtoffer niet alleen, maar ook diegene die hem of haar steunt niet. Kijk bij de keuze van de buddy’s zowel naar leerlingen die het slachtoffer uitkiest als naar leerlingen die invloed in de klas hebben.
Afhankelijk van de situatie kan de wijkagent aansluiten bij het gesprek in de klas met de insteek om de krachtige boodschap te onderstrepen. Maar het kan ook vanuit een neutrale insteek. Bijvoorbeeld wanneer de mentor kiest voor een indirect gesprek in de vorm van een voorlichting. De wijkagent kan dan vertellen wanneer iets risicovol of strafbaar is, wat de politie kan betekenen en hoe leerlingen hem kunnen bereiken. De insteek is dan om de drempel voor jongeren te verlagen om bij mogelijke vervelende situaties ook advies van de politie te vragen.
3. Informeer ouders van klasgenoten van het slachtoffer
Docenten hebben een belangrijke rol om leerlingen bewust te maken van hun gedrag en verantwoordelijkheid. Maar ouders natuurlijk ook. U kunt een beroep doen op de medewerking van ouders en hen vragen om ook het gesprek met hun kind(eren) te voeren over de situatie en het belang van het verwijderen van beeldmateriaal. U kunt dat doen met een brief of een bijeenkomst waarin u hen informeert over de situatie en de acties die school ondernomen heeft. Voor het voeren van het gesprek thuis kunt u de ouders tips en handvatten aanreiken.
De kans is groot dat ouders al weten wat er op school aan de hand is. Leerlingen hebben dat mogelijk al thuis verteld voordat de verspreiding bij school bekend was en acties opgestart zijn. Sommige ouders zullen vragen hebben (‘Hoe gaat de school hiermee om?’) of zorgen (‘Hoe kan ik voorkomen dat mijn kind dat ook gebeurt?’). Ook die informatie kunt u meenemen in uw communicatie.
Deze website is een initiatief van Soa Aids Nederland en Bureau Jeugd&Media.
Het is onderdeel van de Toolkit L.O.V.E. Online, een aanvulling op de lesmethode Lang Leve de Liefde Onderbouw. De toolkit is tot stand gekomen in samenwerking met Rutgers, HelpWanted.nl, Universiteit Maastricht, Universiteit van Amsterdam, Radboud Universiteit, Kennisnet/Mijn Kind Online, Politie en veel scholen en leerlingen.