Stap 2. REAGEER
Of u nu wel of geen ervaring heeft met dergelijke situaties of kennis heeft van sociale media, u zult tot actie moeten overgaan. Vertrouw op de ervaring en kennis die u wél heeft. Als u het sociale media aspect ‘wegdenkt’, dan blijft er gedrag en een situatie over waar u wel bekend mee bent. Het gaat om pesten, roddelen, groepsdynamiek en sociale onveiligheid. Onderstaand de stappen die u kunt zetten met handvatten en tips.
1. Voer gesprek met ouders van slachtoffer
Als vervolg op het gesprek met het slachtoffer zal een gesprek met de ouders moeten plaatsvinden. In situaties waar een risico op eergerelateerd geweld bestaat, doet u er goed aan om te besluiten dit gesprek niet te voeren en een andere weg te bewandelen door een deskundige instantie te betrekken. U kunt voor advies terecht bij de politie of Veilig Thuis.
Het gesprek met ouders/opvoeders vergt uiteraard voorbereiding om te bepalen hoe u de lastige boodschap zult brengen. Het advies is dat u er niet omheen draait. Net als bij andere ‘slecht nieuws gesprekken’ bent u duidelijk, feitelijk en bondig.
Geef de ouders gelegenheid om het nieuws te verwerken. Dat doet ieder op zijn eigen manier. Er kunnen verschillende emoties ontstaan; ongeloof, schaamte, verdriet en boosheid. Bij sommigen overheerst het gevoel van schaamte ten opzichte van familie en/of omgeving. Zij voelen mogelijk dat zij gefaald hebben als ouders. Het komt regelmatig voor dat zij uit boosheid de schuld bij hun kind leggen en deze daarvoor straffen. Anderen zijn juist heel verdrietig en creëren daarmee een extra schuldgevoel bij hun kind waardoor deze voor hen gaat willen zorgen in plaats van andersom.
Realiseert u zich dat ouders hun kind naar beste vermogen opvoeden, maar niet eerder voor een dergelijke situatie hebben gestaan. Ouders zullen zich vooral onmachtig voelen: Waar te beginnen? wat te doen? U helpt hen door duidelijk te maken welke stappen u als school neemt en wat zij kunnen doen om hun kind op te vangen. Leg uit hoe u als school aankijkt tegen sexting; het is niet vreemd dat het onderdeel is van seksuele ontwikkeling van hun kind. Deze heeft niets raars of fouts gedaan, maar zit ongewild in een vervelende situatie. U kunt ouders helpen emoties op een juiste manier te uiten en hen handvatten geven voor een reactie naar hun kind.
- Schets hen hoe hun kind zich kan voelen en wat het van hen nodig heeft.
Vertel over de schaamte en verdriet, de eenzaamheid, de angst voor het oordeel. Vertel hoe belangrijk het is dat ouders hun kind niet veroordelen, maar met begrip en steun opvangen. Hoe begrijpelijk de eerste reactie ‘waarom heb je dat dan ook gedaan?!’ van ouders ook is. (Zeker bij strenge ouders die vanuit geloofsovertuiging reageren).
- Benoem wat u aan emotie bij de ouders ziet en wat voor invloed dat op het kind kan hebben.
Er is niets mis mee als ouders hun kind laten zien dat ze geschrokken zijn en verdrietig. Deze emoties zijn heel begrijpelijk en vormen een logisch onderdeel in het proces van steunen en samen verwerken. Maar heftige boosheid en teleurstelling belemmeren dat proces. Het geeft geen ruimte voor begrip en kan schaamte en verdriet bij het kind vergroten.
- U kunt ook wijzen op instanties die hen daarbij kunnen ondersteunen.
Ook boosheid richting de dader zal aan de orde zijn. Neem de tijd om deze emotie te laten zakken en te relativeren; het is begrijpelijk, maar geen oplossing voor de situatie. Maak afspraken over reacties naar de dader(s). Het kan zijn dat ouders de dader(s) op willen zoeken omdat ze boos zijn dat deze hun kind in deze vervelende situatie heeft gebracht. Dit kan totaal uit de hand lopen en helpt het herstel van de sociale veiligheid van hun kind niet. Ook kan het een eventueel strafproces belemmeren. Wijs hen daarop.
2. Adviseer/organiseer hulp voor ouders van het slachtoffer
Ouders zullen zoals gezegd emotioneel zijn. Maar welke emotie ook overheerst; ze zullen zich bovenal onmachtig voelen ‘wat te doen en waar te beginnen?!’ Ze moeten tegelijkertijd omgaan met hun eigen emoties en hun kind de steun geven die het nodig heeft. Zij kunnen hierbij wel wat hulp en ondersteuning gebruiken. Die taak ligt uiteraard niet bij u als school, maar u kunt een belangrijke rol spelen wanneer u hen goed kunt doorverwijzen naar instanties die bekend zijn met de gevolgen van sexting en oog hebben voor het verwerkingsproces van alle betrokkenen dat daarbij hoort.
Zorg dat u voorafgaand aan het gesprek helder heeft welke partijen, regionaal of lokaal, per direct beschikbaar zijn om te helpen met advies of begeleiding. En hoe deze ondersteuning ingezet kan worden. Denk daarbij aan huisarts, buurtteam en/of GGD. De meeste gemeenten hebben een sociale kaart op de website beschikbaar. Zorg ook dat duidelijk is of er kosten aan verbonden zijn.
U kunt ouders opties voorleggen. Houd daarbij rekening met de achtergrond van de ouders, hun perspectief op seksuele ontwikkeling en eventuele gevolgen van sexting. Ouders kunnen hiermee kiezen wat voor hen het beste voelt en krijgen daarmee weer enigszins gevoel van controle.
3. Aandacht voor de dader
De dader is in veel gevallen ook een minderjarige die, in vertrouwen of ondoordacht, een foto naar een vriend(in) heeft verstuurd. Soms is het een eerdere verkering. Het kan zijn dat hij/zij zich totaal niet bewust was van de gevolgen en zich enorm schuldig voelt. Maar het is ook heel goed mogelijk dat het een bekende is die wel heel bewust op naaktfoto’s aanstuurde en misschien zelfs chantage en/of dwang heeft gebruikt. En in sommige gevallen gaat het om onbekenden, mogelijk volwassenen, met verkeerde intenties.
In het traject tot nu toe heeft u waarschijnlijk signalen gekregen wie betrokken is bij de verspreiding van de foto. Wanneer het een leerling (of leerlingen) van uw school betreft, dan is het aan u om tot actie over te gaan. Gelijk aan wat u zou doen in het geval van andere overtredingen, voert u een gesprek met de betrokken leerling(en). U legt in dat gesprek feitelijk en helder uit wat er speelt en wat het doel van het gesprek is. U bent open over de verantwoordelijkheid die u als school heeft; u zult ouders moeten inlichten en als blijkt dat er sprake is van een serieus misdrijf, zult u de politie moeten inlichten. U kunt geen beloftes doen over geheimhouding.
Houd in gedachten dat u niet weet wat er zich precies heeft afgespeeld en dat u met een minderjarige te maken heeft die wellicht ook hulp nodig heeft. Deze heeft, net zoals het slachtoffer, recht op ondersteuning en zorg. Weet van te voren bij wie hij/zij terecht kan. Plan de gesprekken met ouders zodanig, dat er nauwelijks tijd tussen zit. Het is lastig inschatten wat een kind doet in afwachting van een gesprek met ouders. Voorkom dat u veroordeelt en luister goed tussen de regels door wat hij of zij nodig heeft.
Met de uitkomsten van het gesprek met de betrokken leerling(en) maakt u uw analyse van ‘omvang en impact’ compleet (wijze van verspreiding, aantasting sociale veiligheid leerling(en)) en stelt u verdere vervolgacties vast. Plan het gesprek met de ouders kort na het gesprek met de leerling(en).
4. Contact met de school van de dader
Met de dynamiek van internet is het bijna niet te voorkomen dat verspreiding zich beperkt tot slechts één school. Als de dader op een andere school zit, betekent dit dat het materiaal met name ook op deze school bekend zal zijn. Onder leerlingen in ieder geval, misschien niet bij leerkrachten. Het is aan te raden contact op te nemen met de directie van de betreffende school en hen te informeren over de geconstateerde situatie, de mogelijke betrokkenheid van een (of meerdere) van hun leerlingen en de waarschijnlijkheid dat de foto ook bij hen circuleert. Bespreek hoe u als scholen kunt samenwerken. De inhoud en timing zal goed op elkaar afgestemd moeten zijn. Denk daarbij aan de gesprekken met betrokken ouders en de uitkomst ervan. Ook is het handig om gezamenlijk het overleg met de betrokken wijkagent (of rechercheur) te voeren.
5. Voer gesprek met de ouders van de dader
Als de dader op uw eigen school zit en u het gesprek met hem of haar heeft gevoerd, voert u kort daarna het gesprek met diens ouders. Net als bij het gesprek met de ouders van het slachtoffer, bereidt u zich goed voor en bent u duidelijk en feitelijk in het brengen van het nieuws. Schets de situatie, de ondernomen acties en de stappen die de school vanuit haar verantwoordelijkheid voor ogen heeft.
Het zal voor ouders een moeilijk te vatten boodschap zijn. Ook zij hebben tijd nodig om het nieuws te verwerken en kunnen overmand worden door ongeloof, schaamte, verdriet en boosheid. De boosheid kan zich op hun eigen kind richten (‘hoe heeft hij/zij dit kunnen doen!’), maar kan ook aan u als boodschapper gericht zijn wanneer men het moeilijk kan geloven of accepteren. De kans is ook aanwezig dat de ouders de schuld bij het slachtoffer neerleggen. Het argument dat daarbij aangedragen kan worden is dat deze toch zelf de foto heeft gemaakt en verzonden?!
Ga niet in de verdediging. Erken hun gevoelens en benoem deze. Benadruk dat u als school zorgvuldig om wilt gaan met de situatie en samen met hen op zoek wilt naar een oplossing. Maar wees in alle gevallen zeer helder dat het gedrag van hun kind onacceptabel is. De situatie is ontstaan doordat hij of zij de keuze heeft gemaakt om de ontvangen foto niet voor zichzelf te houden. De boosheid wordt veroorzaakt door onmacht. U helpt hen door te luisteren naar wat zij als ouders nodig hebben om hun kind te begeleiden. U kunt hen ook wijzen op instanties die hen daarbij kunnen ondersteunen.
Tot slot: In situaties waar het risico op eergerelateerd geweld bestaat, zult u mogelijk besluiten om dit gesprek niet te voeren en een andere weg te bewandelen. Als u al op de hoogte bent van deze dreiging in het gezin, bent u ook bekend met de hulpverlenende instanties die u in kunt schakelen voor advies of ondersteuning. Als dat niet het geval is kunt u terecht bij de politie of Veilig Thuis.
6. Besluit tot melding of aangifte
Zowel slachtoffer, leerlingen, ouders als vertegenwoordigers van de school kunnen in dit proces aangifte doen. Vaak zijn de ouders van slachtoffers er het meest op gebrand; ‘de dader mag er niet zomaar mee wegkomen’. Het is verstandig om de overweging tot het doen van aangifte met de wijkagent te bespreken. Een aangifte is slechts een opdracht aan de politie om een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de dader. Het biedt dus géén integrale oplossing voor het aanpakken van de verspreiding van de foto op school en het herstellen van de onrust en de sociale onveiligheid. Een aangifte kan in sommige gevallen zelfs een tegengesteld effect hebben en de sociale onveiligheid voor het slachtoffer juist vergroten. Voor het aanpakken van de dader kan een alternatieve (pedagogische) aanpak veel effectiever zijn. Daadwerkelijke vervolging door het OM is soms een langdurig traject. Wat niet wil zeggen dat er aangifte niet aan de orde zal kunnen zijn. Wanneer er sprake is van dwang, afpersing of andere strafbare gedragingen zal de wijkagent aangifte zeker adviseren.
7. Actie om online beeldmateriaal offline te halen
Circuleert het beeldmateriaal op online platformen als Facebook, Instagram, Twitter en YouTube? Dan kunnen betrokkene(n) hiervan melding maken bij www.meldknop.nl. Er wordt dan snel actie ondernomen om het materiaal offline te halen. Het offline krijgen van naaktfoto’s is een hele begrijpelijke eerste wens. Maar toch is het belangrijk om doordacht te handelen. Zolang beelden online staan, zijn zij namelijk ook bewijsmateriaal dat in een strafrechtelijk onderzoek van belang kan zijn om de dader te achterhalen en te vervolgen. Wanneer de beelden eerder verwijderd zijn dan het strafrechtelijk onderzoek is gestart of afgerond, belemmert dit het onderzoek.
Beelden die met WhatsApp via smartphones verspreid worden, kunnen niet vanuit een organisatie verwijderd worden. De beelden staan immers op de smartphones van leerlingen en zij zullen de foto actief moeten verwijderen. (Zie Activeer).
8. Las een rustperiode in voor het slachtoffer
In de eerste dagen dat een naaktfoto rondgaat en de onrust groot is, kan het voor het slachtoffer fijn zijn om zich daar tijdelijk aan te kunnen onttrekken. Afhankelijk van de ernst en omvang van de situatie kan dat variëren van enkele dagen tot twee weken. Hoe langer de afwezigheid van school duurt, des te groter wordt de stap terug naar school. Het is daarom aan te raden de rustperiode niet te lang te laten duren. Tijdens de rustperiode kunt u aan de slag met het voorbereiden van de terugkomst van het slachtoffer door met de klas afspraken te maken over het geven van steun. (Zie Activeer).
9. Denk na over alternatieve interventies
Afhankelijk van de school en het niveau en de achtergrond van de leerlingen kunt u met uw team en hulpverlening nadenken of ook andere interventies wellicht wenselijk zijn. Zo kan bijvoorbeeld de inzet van een predikant, pastoor, dominee of imam ondersteunend zijn. En mogelijk zijn er op school leerlingen met vergelijkbare ervaringen die steun kunnen geven.
Deze website is een initiatief van Soa Aids Nederland en Bureau Jeugd&Media.
Het is onderdeel van de Toolkit L.O.V.E. Online, een aanvulling op de lesmethode Lang Leve de Liefde Onderbouw. De toolkit is tot stand gekomen in samenwerking met Rutgers, HelpWanted.nl, Universiteit Maastricht, Universiteit van Amsterdam, Radboud Universiteit, Kennisnet/Mijn Kind Online, Politie en veel scholen en leerlingen.